Menu

Opmaken sloopopvolgingsplan

Door recente wetgeving over afbraak- en sloopwerken en de oprichting van de controleorganisatie Tracimat, is het aangewezen om elk gebouw af te breken met een zogeheten sloopopvolgingsplan. Met dit sloopopvolgingsplan garanderen we de volledige traceerbaarheid van de verschillende afvalstromen die bij afbraakwerken ontstaan. Hierdoor kunnen de aangeleverde afvalstromen goedkoper verwerkt worden volgens een laagmilieurisico-profiel.

Het sloopopvolgingsplan is de opvolger van de sloopinventaris. Terwijl de sloopinventaris al sinds enkele jaren verplicht is voor de afbraak van niet-residentiële gebouwen groter dan 1.000m³ en waarbij voor het uitvoeren van de sloop een stedenbouwkundige vergunning nodig is, geldt voor het sloopopvolgingsplan ook een wettelijke verplichting.

Er moet een sloopopvolgingsplan opgesteld worden voor alle sloop-, renovatie- of ontmantelingswerken:

  • Aan gebouwen waarvoor een omgevingsvergunning nodig is en het totale bouwvolume groter is dan 1.000 m³ voor alle niet-residentiële gebouwen waarop de vergunning betrekking heeft;
  • Aan gebouwen waarvoor een omgevingsvergunning nodig is en het totale bouwvolume groter is dan 5.000 m³ voor alle in hoofdzaak residentiële gebouwen – met uitzondering van de eengezinswoningen;
  • In het kader van infrastructuurwerken waarvoor een omgevingsvergunning nodig is;
  • In het kader van onderhoudswerken aan infrastructuur waarvoor een omgevingsvergunning nodig is en waarvan het volume groter is dan 250 m³

Wel is het voor elke opdrachtgever, projectontwikkelaar of eigenaar aangewezen om voor alle sloopopdrachten, die wettelijk geen sloopopvolgingsplan vereisen, te werken conform de procedure van het sloopopvolgingsplan omdat deze hiermee extra verwerkingskosten bij de breker bespaart.

Hoe werkt een sloopopvolgingsplan?

Een sloopopvolgingsplan kan uitsluitend worden opgesteld door een bij Tracimat aangesloten deskundige. Verschillende deskundigen van Steto beschikken over de vereiste kwalificaties en zijn vertrouwd met de wetgeving hieromtrent.

Tracimat als controleorganisatie monitort het sloopproces en garandeert hierdoor de traceerbaarheid van de verschillende afvalstromen. Daarnaast wordt er gekeken naar het hergebruik- en de recyclagemogelijkheden van de materialen die vrijkomen bij de geplande sloop- en afbraakwerken. Verder bevat het sloopopvolgingsplan aandachtspunten en eventuele uitvoeringsbepalingen voor de aanpak van de selectieve sloop- en afbraakwerken.

De traceerbaarheidsprocedure volgens Tracimat verloopt op volgende wijze:

  1. Voor de start van de sloopwerken wordt door Steto een gedetailleerde inventaris opgesteld van de verschillende materialen die aanwezig zijn in het gebouw. Deze inventaris wordt opgemaakt via een destructieve onderzoeksmethode en staalname. Voor elke materiaalsoort bepalen we de vermoedelijke hoeveelheden. Bij deze inventarisatieopdracht geven we extra aandacht aan materialen met hoge milieu- en gezondheidsrisico’s, zoals asbest, teer en radioactieve stoffen.
  2. Deze inventaris laten we vervolgens certificeren via het digitaal platform aangeboden door Tracimat, onder de vorm van een conformiteitsverklaring. Daarenboven kan de bouwheer de resultaten van het conform verklaard sloopopvolgingsplan en de conformiteitsverklaring opnemen in de aanbestedingsdocumenten, prijsvraag en/of contractuele documenten. De aannemer kan vervolgens met kennis van zaken prijs geven, waardoor het risico op onverwachte kosten daalt. Zo weet deze perfect welke afvalsoorten aanwezig zijn én hoe deze moeten gesorteerd en afgevoerd worden.
  3. De sloper kondigt minstens 24 uur op voorhand de start van de afbraakwerken aan bij Steto en de sloopbeheerorganisatie. Dit geeft ons de kans om ter plaatse de correcte afvoer van de afvalstromen te controleren. Opgelet, het controlebezoek uitgevoerd door Steto wordt slechts toegepast indien het project de (gedeeltelijke) afbraak of renovatie betreft van een gebouw met een bouwvolume van meer dan 1000 m³ of de afbraak of renovatie van een brug en/of tunnel, en bijgevolg de uitgebreide traceringsprocedure van toepassing is. De aannemer belast met de sloop dient ons als sloopdeskundige op de hoogte te houden van de planning voor het verwijderen van de gevaarlijke afvalstoffen. De resultaten van het controlebezoek worden opgenomen in het controleverslag. Wij bezorgen het controleverslag aan Tracimat.
  4. In de volgende stap voorafgaandelijk aan de afvoer van het puin en/of verwerking van het puin op de werf vraagt de aannemer een verwerkingstoelating aan bij Tracimat. De verwerkingstoelating heeft hij nodig opdat de puinfractie van sloopmateriaal als laag milieurisicoprofiel materiaal kan worden geaccepteerd door de vergunde breekinstallatie. De verwerkingstoelating is een bestemmelingsgebonden document. Indien er naar verschillende breeklocaties wordt afgevoerd, dient per locatie een verwerkingstoelating worden aangevraagd.
  5. De aannemer meldt het einde van de werken aan Tracimat van zodra de sloop- en afbraakwerken afgerond zijn en al het puin werd afgevoerd en/of ter plaatse werd verwerkt.
  6. De breker meldt de ontvangst van het puin (overeenkomstig de verwerkingstoelating) aan Tracimat aan de hand van een ontvangstbevestiging. In deze ontvangstbevestiging vermeldt de breker de ontvangen soorten puin inclusief hun respectievelijke hoeveelheid (ton) en de wijze waarop het puin werd aanvaard (LMRP / HMRP / geweigerd).
  7. Ten laatste 30 dagen na de oplevering van de sloop- en afbraakwerken vraagt de aannemer het sloopattest aan bij Tracimat. Tracimat levert een sloopattest af indien haar volledige traceerbaarheidsprocedure correct werd doorlopen. Het sloopattest garandeert dat de sloop- en afbraakwerken selectief zijn uitgevoerd, waarbij de gevaarlijke afvalstoffen correct verwijderd en afgevoerd werden, en dat het puin, dat als LMRP materiaal naar de vergunde breekinstallatie werd afgevoerd of ter plaatse werd gebroken, ook effectief het label LMRP materiaal verdiende.